PRACTORPRAAT

DATUM: 20.01.2020

 

Een van de publicaties die hout snijden is alweer bijna een jaar oud. Dat is het rapport van Jester “Technologie in de verpleeghuiszorg”. In dit document wordt een handzame indeling van technologie gehanteerd.

“Op basis van ervaringen van zorgaanbieders met de implementatie en het gebruik kunnen twee groepen technologieën worden onderscheiden, namelijk (1) functionele technologie en (2) geïntegreerde technologie.

Functionele technologie is min of meer op zichzelf staand, waardoor implementatie minder complex is. Er kan hierbij gedacht worden aan bijvoorbeeld activatiehulpmiddelen, persoonsalarmering en infrarood bewegingsmelders. Hoewel ingebruikname relatief eenvoudig is, behoeft de borging in de organisatie aandacht.

De inzet van geïntegreerde technologie, zoals leefcirkels of slimme medicijndispensers, leidt vaak tot grote veranderingen in het primaire proces, waardoor implementatie relatief complex is en meer tijd vergt.

Naast deze twee groepen is er sprake van op dit moment onvoldoende ontwikkelde technologie, zoals sociale robots. Implementatie en gebruik van deze technologie kost veel tijd en is complex en voldoet daarom nog niet aan de verwachtingen. Het is waardevol deze inzichten breder in de verpleeghuiszorg te toetsen.”

Waarom ik deze indeling handzaam vind, is dat het duidelijk maakt wat de uitdaging per technologie is. Voor functionele technologie is dat opschaling en borging. Voor geïntegreerde technologie is dat implementatie omdat het in het zorgproces moet worden opgenomen. Voor onvoldoende ontwikkelde technologie is dat ‘verder ontwikkelen’.

 Ik merk in de praktijk dat we ons graag richten op de categorie ‘onvoldoende ontwikkelde technologie’. Dat doen we waarschijnlijk omdat we vaak nieuwe ideeën hebben om bepaalde vraagstukken op te lossen. Risico is dat we onvoldoende stilstaan bij de uitdagingen van opschaling en implementatie van de reeds behoorlijk goed ontwikkelde technologie.

In het practoraat streven we ernaar een bijdrage te leveren op alle drie de uitdagingen:

  • Onze Virtual Reality projecten zijn voorbeelden van functionele technologieën die we willen helpen opschalen en borgen.
  • Ons 50 woningen project is een voorbeeld van technologie die geïntegreerd moet worden in bestaande mantelzorgprocessen, waarbij er naast een opschalings- ook een implementatievraagstuk speelt.
  • Onze samenwerking met hbo binnen de Techhub in Assen en HealthHub in Roden is een voorbeeld waarbij onze studenten bijdragen aan verdere ontwikkeling van nieuwe technologieën.

Een publicatie als deze maakt helder dat innoveren een kwestie van lange adem is. Vaak wordt opschaling, borging en implementatie onderschat. Daarom is een practoraat op het gebied van zorg en technologie van blijvend belang:

  • Wij zorgen voor scholing voor studenten en medewerkers in zorg en welzijn om opschaling, borging en implementatie mogelijk te maken.
  • Wij zorgen ervoor dat onze studenten met hun frisse blik en praktische wijsheid nieuwe technologieën helpen verder ontwikkelen.
  • ·         En tot slot zorgen we (samen met onze partners ZorgThuis, ZorgpleinNoord en HealthHub Roden) voor een gemeenschap waarin we elkaar ontmoeten voor kennisdeling (de Expertmeetings).

 

Delen